GCS: geen samenloop leenauto en leaseauto

Samenvatting:

Schade veroorzaakt met leenauto voor leaseauto die ter reparatie in garage stond. Samenloop WAM-verzekering (A) en WAM-verzekering leaseauto garage (B)? De Commissie oordeelt dat geen sprake is van samenloop, omdat de garage conform de gemaakte afspraken de vervangende auto
niet heeft gemeld onder de polis bij B en er dus geen dekking was op de polis van de garage.


Volledige uitspraak Geschillencommissie Samenloop:

Uitspraak no. 125 van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars inzake
samenloopgeschil ‘Vervangend motorrijtuig’

Partijen:

Partij A, WAM-verzekeraar van een auto, eigendom van een garagebedrijf

en

Partij B, WAM-verzekeraar van een leaseauto, eigendom van een leasemaatschappij

hebben zich ter verkrijging van een bindend advies van de Geschillencommissie
Schadeverzekeraars tot deze commissie gewend ter beslechting van een geschil dat tussen
hen is gerezen.

Feitelijke gegevens
In 2010 vond er een aanrijding plaats op de A28. De met een leaseauto bij partij B verzekerde
bestuurder, was daarbij betrokken als bestuurder van een leenauto, verzekerd bij partij A. Hij
is achterop een derde gereden en de aansprakelijkheid wordt niet betwist. De leaseauto van
de verzekerde van partij B stond ter reparatie bij het garagebedrijf en is bij partij B verzekerd
tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid. In die polis is een artikel opgenomen waarin
staat dat er ook dekking is voor een vervangend motorrijtuig tijdens reparatie of onderhoud. De
verzekerde is verplicht de tijdelijke vervanging direct te melden. Van de verzekering is
uitgesloten schade of aanspraken die voortvloeien uit het niet nakomen van een verplichting.
De verzekerde heeft een formulier getekend bij het autobedrijf waar hij de leaseauto in
reparatie of onderhoud had gegeven. Volgens dit formulier zou er door het autobedrijf een
verzekering zijn afgesloten voor de leenauto. In het leasecontract van de leaseauto was
bepaald dat een leenauto niet meeverzekerd zou zijn. Om die redenen heeft de bestuurder de
leenauto niet aangemeld bij partij B. Partij A heeft de benadeelde van het ongeval schadeloos
gesteld en wil nu de helft van deze uitkering verhalen op B omdat zij meent dat er sprake is
van samenloop.

Geschil
Partij A is van mening dat er sprake is van samenloop omdat hetzelfde belang van de
verzekerde gedekt is op twee verzekeringen. De aansprakelijkheid van verzekerde is gedekt
onder de WA-verzekering van de garage, die bij partij A loopt. Echter de aansprakelijkheid van
verzekerde is ook verzekerd onder de polis die bij partij B loopt. De verzekeringsdekking van
partij B geldt immers, wanneer het verzekerd motorrijtuig in reparatie is en in verband hiermee
tijdelijk door een motorrijtuig van gelijke aard wordt vervangen, ook voor het vervangend
voertuig. Dit is opgenomen in artikel 4 van de polisvoorwaarden van partij B. Ingevolge artikel
7:961 BW kan elke verzekeraar bij samenloop worden aangesproken door de verzekerde
waarna vervolgens onderling verhaal plaatsvindt naar rato van de belangen waarvoor elke
verzekeraar afzonderlijke kan worden aangesproken.

Partij A doet vervolgens een beroep op uitspraak 93 van de Geschillencommissie Samenloop,
waarin de commissie oordeelde dat eventuele na u clausules en een eventueel geschil in
hardheid daarvan niet meer ter zake doen. Zowel partij A als partij B hebben een harde na u
clausule.

Partij B wijst er op dat in artikel 4 van haar polisvoorwaarden is opgenomen: “De
verzekeringnemer is verplicht de tijdelijke vervanging direct te melden.” De lessee en
bijgevolg de leasemaatschappij heeft dit niet gedaan, waardoor er geen dekking was.
Samenloop is om die reden dan ook niet aan de orde.

Partij B benadrukt dat de verzekerde wist dat er geen dekking was op de polis, nu ook het
leasecontract daarover duidelijk was.

Partij A meent dat partij B deze uitsluiting niet kan inroepen, nu het gaat om een WAM-dekking
en dit niet een van de wettelijke toegestane uitsluitingen is. Partij B geeft aan dat er simpelweg
geen WAM-dekking bestond nu de verzekerde het vervangende voertuig niet gemeld had. Nu
er geen dekking is, komen ook de wettelijk toegestane uitsluitingen niet aan bod.

Overwegingen van de commissie
De commissie heeft kennis genomen van de feiten zoals die door partijen zijn aangeleverd. De
kern van de vraag is of beide verzekeringen dekking geven voor de aansprakelijkheid van de
bestuurder van de auto. Het wel of niet voeren van een WAM strik is daarbij in dit geval niet
van belang. Die WAM strik dient primair om vast te stellen of de bezitter/kentekenhouder aan
zijn verplichting ex artikel 2 WAM voldoet en zo ja, dan geeft dat benadeelden de rechten die
de WAM hen toekent. De strekking van de WAM is echter niet om aansprakelijkheid van de
verzekeraar te scheppen waar vaststaat dat voor een bepaald motorrijtuig bij die verzekeraar
geen verzekering bestaat noch ook heeft bestaan. In de verhouding tussen de
verzekeringnemer en verzekeraar B zijn heldere afspraken gemaakt die tot de conclusie leiden
dat voor het vervangende motorrijtuig geen dekking bestond. Geheel in overeenstemming met
de hiervoor weergegeven feitelijke gegevens, heeft de verzekerde van B de vervangende auto
niet gemeld onder de polis bij B omdat er dekking voor bestond onder de polis bij A. De polis
van B biedt derhalve geen dekking. Er is daarom geen sprake van samenloop.

Bindend advies
Partijen hebben zich tot de commissie gewend ter verkrijging van een bindend advies. De
commissie geeft als bindend advies dat er ter zake de aansprakelijkheidsverzekeringen van
bedrijf X geen sprake is van samenloop zodat alleen verzekeraar A gehouden is dekking te
verlenen.

Aldus beslist op 6 december 2011 door mw. mr. P.A.J. van den Doel, mr. G. Pronk, mw. mr
C.R. Pontvuijst en mr. M.J. Tolman leden van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars,
in tegenwoordigheid van mw. mr. A.M.G. Keppel, secretaris.

mr. M.J. Tolman mw. mr. A.M.G. Keppel
vice-voorzitter secretaris

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey