Rb: geen medische gegevens verstrekt, verzekeraar moet toch dekking verlenen op SVI

Samenvatting:

Benadeelde vraagt verklaring voor recht dat verzekeraar dekking moet verlenen op grond van SVI (schadeverzekering inzittenden). Verzekeraar baseert weigering o.g.v. polisvoorwaarden en stelt dat zij door het niet tijdig aanleveren van medische informatie in haar belangen is geschaad en dat daarom het recht op uitkering is vervallen. 1. Verzekerde komt geen beroep op vernietigingsgrond ex art. 6:233 sub b BW toe. 2. Uitleg polisvoorwaarden. Daarbij komt het aan op de zin die partijen daaraan over en weer in het licht van de omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen en op wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De rechtbank overweegt dat het een verzekeraar vrij om ook voor andere gevallen dan opzettelijke misleiding een verval van recht op uitkering voor het schenden van de mededelings- en medewerkingsplicht te bedingen en daar een beroep op te doen, indien zij door die schending in een redelijk belang is geschaad. De verzekeraar dient daarbij echter aan de verzekeringnemer duidelijk te maken dat zij met haar beding de schending ook voor andere gevallen dan opzettelijke misleiding met verval van recht wil kunnen sanctioneren. Verzekeraar heeft dat onvoldoende duidelijk gemaakt. Verklaring voor recht toegewezen. 3. Verzekeraar dient eveneens dekking te verlenen op rechtsbijstandverzekering.

ECLI:NL:RBROT:2021:19

Instantie

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak

06-01-2021

Datum publicatie

12-01-2021

Zaaknummer

C/10/594597 / HA ZA 20-363

Rechtsgebieden

Verbintenissenrecht

Bijzondere kenmerken

Eerste aanleg – enkelvoudig

Inhoudsindicatie

SIV-verzekering en autorechtsbijstandsverzekering. Verzekerde komt geen beroep op vernietigingsgrond ex art. 6:233 sub b BW toe. Uitleg polisvoorwaarde. Geen vervalbeding; strekking reikt niet verder dan art. 7:941 lid 3 BW. Ongeval is eerste voorval van reeks.

Vindplaatsen

Rechtspraak.nl

PS-Updates.nl 2021-0067

Verrijkte uitspraak

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/594597 / HA ZA 20-363

Vonnis van 6 januari 2021

in de zaak van

[naam eiseres] ,

wonende te [woonplaats eiseres] ,

eiseres,

advocaat mr. Y.B. Boendermaker te Hilversum,

tegen

de naamloze vennootschap

NATIONAL ACADEMIC VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Dordrecht,

gedaagde,

advocaat mr. N.P.H. Borm te Deventer.

Partijen zullen hierna [naam eiseres] en National Academic genoemd worden.

  1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding d.d. 30 maart 2020 met producties,

de conclusie van antwoord met producties,

oproep voor mondelinge behandeling (via Skype) bij brief van 15 juli 2020,

het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 september 2020.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

  1. De feiten

2.1.

Op 26 augustus 2016 is [naam eiseres] als bestuurster van een aan [naam eiseres] , haar broer, toebehorende personenauto tegen een vangrail aangereden. Voor deze personenauto is door [naam eiseres] (verder: de verzekeringnemer) met ingang van 9 juli 2010 bij National Academic een autoverzekering met polisnummer [polisnummer] afgesloten. Daarbij is aanvullend de schade van inzittenden en van de bestuurder en autorechtsbijstand verzekerd. De verzekering is op 29 augustus 2016 door de verzekeringnemer opgezegd en is per die datum door National Academic geroyeerd.

2.2.

Voor het afsluiten van voormelde verzekering heeft de verzekeringnemer een aanvraagformulier ondertekend. Dit aanvraagformulier vermeldt – voor zover relevant – :

“Door ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart u akkoord te gaan met de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden die bij deze verzekering horen. Deze kunt u raadplegen op onze internetsite.”

2.3.

Bij brief van 22 juli 2010 heeft National Academic de polis bescheiden aan verzekeringnemer toegezonden. Over de polisvoorwaarden schrijft zij in deze brief:

“De polisvoorwaarden kunt u vinden op www.promovendum.nl/voorwaarden. Op verzoek kunnen wij u een exemplaar toezenden.”

2.4.

De bij de voormelde verzekeringen horende algemene voorwaarden en bijzondere voorwaarden zijn onder meer de Algemene voorwaarden P2009.1 en de Autorechtsbijstand 2009.1.

2.5.

Artikel 7 van de Algemene voorwaarden P2009.1 (hierna ook: de algemene polisvoorwaarden) – voor zover hier van belang – luidt:

“Artikel 7. Uw en onze verplichtingen in geval van een schade

Zodra u op de hoogte bent of behoort te zijn van het feit dat zich een voorval heeft voorgedaan waaruit voor National Academic een verplichting tot uitkering kan ontstaan bent u verplicht om:

(…)

  1. binnen redelijke termijn alle van belang zijnde inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor National Academic van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen;

(…)

aan National Academie volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van National Academic zou kunnen schaden.

Indien de hierboven genoemde verplichtingen (zie a tot en met f) niet door u zijn nagekomen loopt u het risico dat National Academie een deel van de schade, of de gehele schade niet aan u zal vergoeden.

Indien de hierboven genoemde verplichtingen (zie a tot en met f) niet door u zijn nagekomen met de opzet National Academie te misleiden vervalt ieder recht op uitkering.”

2.6.

De relevante bepalingen van de Autorechtsbijstand 2009.1 luiden:

“ ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

(…),

  1. Gebeurtenis

Een bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst onverwacht en redelijkerwijze niet te voorzien voorval. Een reeks van met elkaar verband houdende voorvallen wordt aangemerkt als één gebeurtenis, die geacht wordt te hebben plaatsgevonden op het moment van het eerste voorval uit de reeks.

(…)

ARTIKEL 2. OMVANG VAN DE VERZEKERING

  1. Aanspraak op rechtsbijstand hebben:
  1. de verzekerden, in hun omschreven hoedanigheid, indien zich tijdens de verzekeringsduur en na een eventueel toepasselijke wachttijd, een gebeurtenis voordoet, die voor de verzekerde zelf een juridisch geschil doet ontstaan. (…)

(…)

  1. de verzekerden, voor het verhalen van schade die zij door een ongeval lijden of indien zij vervolgd worden voor een strafbaar feit, dat zij tijdens de verzekeringsduur zouden hebben begaan;

(…)”

2.7.

Ten tijde van het ongeval was [naam eiseres] werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden die per 31 december 2016 eindigde. Dit dienstverband is niet verlengd.

2.8.

National Academic heeft Cordaet Personenschade B.V. (verder: Cordaet) ingeschakeld.

2.9.

Op 6 april 2017 heeft [naam] van Cordaet een huisbezoek aan [naam eiseres] gebracht. Van dit bezoek is op 11 april 2017 een rapport uitgebracht. Bij de brief waarbij dit rapport aan [naam eiseres] werd toegezonden is een vijftal medische machtigingen gevoegd en is verzocht deze ingevuld en ondertekend te retourneren aan Cordeat.

2.10.

Aansluitend aan het huisbezoek heeft [naam eiseres] een belangenbehartiger ingeschakeld.

2.11.

In juli 2018 heeft de belangenbehartiger van [naam eiseres] medische informatie aan Cordaet toegestuurd.

2.12.

Bij e-mail van 23 augustus 2018 schreef [naam] aan de belangenbehartiger van [naam eiseres] :

“(…)

Van mijn collega begrijp ik dat u gebeld heeft naar aanleiding van de ontvangst van mijn brief van

3 januari 2018.

Inmiddels hebben zich de nodige ontwikkelingen voorgedaan en ben ik in afwachting van een advies van mijn medisch adviseur. Nadien kom ik bij u op deze kwestie terug.

(…)”

2.13.

Bij e-mail van 10 september 2018 heeft de belangenbehartiger van [naam eiseres] een schadestaat aan Cordaet toegezonden. De volgende dag zijn de onderliggende stukken aan National Academic toegezonden. Uit die onderliggende stukken bleek National Academic onder meer dat [naam eiseres] zich in juni 2017 bij het UWV heeft ziekgemeld.

2.14.

Bij per e-mail verzonden brief van 30 oktober 2018 schreef [naam] aan de belangenbehartiger van [naam eiseres] – voor zover hier van belang – :

“(…)

(…) U geeft aan dat het enige tijd uwerzijds heeft gekost om het medisch dossier te completeren. Uit uw medische verschottennota blijkt echter dat u al in november 2017 over medische informatie beschikte. Herhaaldelijk hebben wij hierom verzocht. Pas recentelijk heeft u deze informatie toegestuurd alsook een schadestaat waarin een fors bedrag is opgenomen voor verlies van arbeidsvermogen en huishoudelijke hulpbehoefte.

In deze bent u ermee bekend dat sprake is van een SVI-verzekering en geen WAM-verzekering.

Mijn opdrachtgever heeft aangegeven dat haar belangen door de verlate verzending van de medische informatie en het niet reageren op informatieverzoeken is geschaad. Immers op geen enkele wijze heeft mijn opdrachtgever mevrouw [naam eiseres] kunnen begeleiden bij haar revalidatie, werkhervatting en re-integratie. Dit is door u en haar stilzwijgen feitelijk onmogelijk gemaakt. (…) Mogelijk had mijn opdrachtgever mevrouw [naam eiseres] al aan het werk gehad? Uw cliënte heeft zich dus niet gehouden aan de voorwaarden die contractueel met haar zijn overeengekomen. Nog los van het nog te ontvangen advies van de medisch adviseur heeft National Academie besloten deze schade niet verder in behandeling te nemen. Er zal dus geen aanvullend voorschot volgen noch kan verder onderhandeld worden over een definitieve eindregeling.

(…)”

2.15.

Bij e-mail van 1 februari 2019 schreef een medewerker van National Academic aan de belangenbehartiger van [naam eiseres] – voor zover hier van belang – :

“Via onze site heeft u een schademelding achtergelaten om aanspraak te maken op de

autorechtsbijstandsdekking op de autopolis met polisnummer [polisnummer] .

(…)

Aangezien het geschil van augustus 2018 is niet ontstaan tijdens de looptijd van de verzekering, kan uw melding niet in behandeling worden genomen. De polis met bijbehorende autorechtsbijstandsdekking is namelijk per 29-08-2016 geroyeerd.”

  1. Het geschil

3.1.

[naam eiseres] vordert – samengevat – :

  1. Primair:

artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden te vernietigen en voor recht te verklaren dat National Academic de aanspraak van [naam eiseres] op de Schadeverzekeringsovereenkomst voor inzittenden met terugwerkende kracht dient te herstellen en de schade van [naam eiseres] , met inbegrip van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, dient te vergoeden zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, althans

Subsidiair:

voor recht te verklaren dat National Academic is gehouden de schade van [naam eiseres] op

grond van de Schadeverzekeringsovereenkomst voor inzittenden, met inbegrip van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, (dient) te vergoeden zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

  1. voor recht te verklaren dat [naam eiseres] aanspraak kan maken op de rechtsbijstandsverzekering die door of ten behoeve van haar als (mede)verzekerde bij National Academic is afgesloten;

III. National Academic te veroordelen in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten.

3.2.

National Academic voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

  1. De beoordeling

Vordering sub I

4.1.

[naam eiseres] baseert haar vordering tot vernietiging van artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden op artikel 6:233 aanhef en onder b BW. Zij stelt dat National Academic de algemene polisvoorwaarden niet voor of bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld. Primair voert National Academic aan dat alleen de verzekeringnemer als wederpartij van National Academic bevoegd is om een beding in de algemene polisvoorwaarden te vernietigen en dat [naam eiseres] geen wederpartij in de zin van artikel 6:231 aanhef en onder c BW is. Dit betoog van National Academic slaagt op grond van het volgende.

4.2.

Door aanvaarding van de aanwijzing als belanghebbende verkrijgt de derde bij schade tegenover de verzekeraar recht op de ten behoeve van hem verzekerde vergoeding. Krachtens artikel 6:254 BW geldt hij vanaf het moment van aanvaarding als partij bij de overeenkomst. Voor de derde-belanghebbende die ten gevolge van aanvaarding partij bij de overeenkomst van verzekering wordt, zullen diens rechten en verplichtingen in beginsel door die overeenkomst, inclusief de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden, worden bepaald.

4.3.

De vernietigbaarheden van artikel 6:233 BW zijn onderworpen aan de regeling van artikel 3:49 e.v. BW. Ingevolge artikel 3:50 BW en artikel 3:51 BW komt een beroep op de vernietigingsgrond komt toe aan degene, in wiens belang die grond bestaat. Bij de vernietigingsgrond van artikel 6:233 aanhef en onder b BW is dat degene ten behoeve van wie de informatieplicht dient en dat is de wederpartij als bedoeld in artikel 6:231 aanhef en onder c BW. Dat [naam eiseres] door de aanvaarding van de aanwijzing van haar als verzekerde partij bij de verzekeringsovereenkomst is geworden, brengt – anders dan zij stelt – niet mee dat zij als wederpartij in de zin van dat artikel kan worden aangemerkt. Dat is uitsluitend de verzekeringnemer, omdat hij door de ondertekening van een geschrift (het aanvraagformulier) de gelding van de algemene polisvoorwaarden heeft aanvaard.

4.4.

Het vorenstaande leidt tot afwijzing van de gevorderde vernietiging van artikel 7 van de algemene voorwaarden. Slechts ten overvloede wordt daarom overwogen dat de vordering ook niet toewijsbaar is omdat ingevolge artikel 3:51 BW de vordering tot vernietiging dient te worden gericht tot hen die partij bij de overeenkomst zijn. Dat is ook de verzekeringnemer, maar die is niet in deze procedure betrokken.

4.5.

National Academic baseert haar weigering om aan [naam eiseres] onder de Schadeverzekeringovereenkomst voor inzittende dekking te verlenen op artikel 7 van de algemene voorwaarden. National Academic stelt dat zij door het niet tijdig aanleveren van medische informatie door [naam eiseres] en met name het niet tijdig doorgeven van haar ziektemelding in haar belangen is geschaad en dat daarom op grond artikel 7 van de algemene poliswaarden het recht op uitkering van [naam eiseres] is vervallen. [naam eiseres] bestrijdt dat en voert aan dat op grond van artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden National Academic slechts schadevergoeding mag weigeren indien en voor zover zij door de gestelde tekortkoming schade heeft geleden.

4.6.

Het antwoord op de vraag of en in hoeverre National Academic dekking mag weigeren met een beroep op de artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden, vergt een uitleg van het betreffende beding. Daarbij komt het aan op de zin die partijen daaraan over en weer in het licht van de omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen en op wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij een verzekering waar niet over is onderhandeld, zoals hier aan de orde, is dat met name afhankelijk van objectieve factoren, zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en in het licht van de in voorkomend geval bij de polisvoorwaarden behorende toelichting (HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, rov. 3.4.2 en HR 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:601, rov. 3.3.2). Verder is van belang dat de verzekeringnemer de overeenkomst als privé persoon is aangegaan en daarom moet worden aangemerkt als consument in de zin van afdeling 6.5.3 van het Burgerlijk Wetboek. Dit brengt mee dat voor hem bij de totstandkoming van de overeenkomst in de omstandigheden van het geval duidelijk en begrijpelijk moet zijn geweest wanneer bij schending van artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden het recht op uitkering geheel of gedeeltelijk zou vervallen. Bij twijfel over de betekenis van dat beding prevaleert de voor de verzekeringnemer gunstigste uitleg op grond van artikel 6:238 lid 2 BW (HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:83, rov. 3.6).

4.7.

Niet gesteld is dat [naam eiseres] bij het gestelde niet tijdig doorgeven van informatie de opzet tot misleiding van National Academic zou hebben gehad. Het in artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden neergelegde verval van recht op uitkering op die grond is daarom niet aan de orde. Het uit te leggen beding betreft dan ook uitsluitend de zinsnede “Indien de hierboven genoemde verplichtingen (zie a tot en met f) niet door u zijn nagekomen loopt u het risico dat National Academie een deel van de schade, of de gehele schade niet aan u zal vergoeden.”

4.8.

Het staat een verzekeraar vrij om ook voor andere gevallen dan opzettelijke misleiding een verval van recht op uitkering voor het schenden van de mededelings- en medewerkingsplicht te bedingen en daar een beroep op te doen indien zij door die schending in een redelijk belang is geschaad. De verzekeraar dient daarbij echter aan de verzekeringnemer duidelijk te maken dat zij met haar beding de schending ook voor andere gevallen dan opzettelijke misleiding met verval van recht wil kunnen sanctioneren. In dit geval heeft National Academic dat onvoldoende duidelijk gemaakt. Ten eerste omdat in de onderhavige zinsnede het risico dat de gehele schade niet zal worden vergoed is samengevoegd met het risico dat een deel van de schade niet zal worden vergoed en ten tweede omdat niet de woorden ‘verval van recht op uitkering’ worden gebruikt waar National Academic dat in de daaropvolgende zinsnede met betrekking tot opzettelijke misleiding wel doet. Hierdoor was voor de verzekeringnemer niet duidelijk en begrijpelijk dat National Academic met de in r.o. 4.7. vermelde tekst een verval van recht op uitkering voor andere gevallen dan opzettelijke misleiding beoogde. Niet gesteld is dat dit in andere polisvoorwaarden of een bij de polisvoorwaarden behorende toelichting de verzekeringnemer wel duidelijk is gemaakt. Evenmin heeft National Academic andere objectieve factoren gesteld waaruit dat zou kunnen worden afgeleid. Haar stelling dat de in. r.o. 4.7. vermelde tekst een vervalbeding inhoudt, wordt daarom niet gevolgd.

4.9.

Uit voormelde tekst wordt evenmin duidelijk in welke gevallen de schade geheel niet zal worden vergoed en in welke gevallen een deel van de schade niet zal worden vergoed en op basis van welke objectieve factoren dat deel wordt bepaald. Niet gesteld is dat dit in de andere polisvoorwaarden of een bij de polisvoorwaarden behorende toelichting wel is uitgewerkt. Evenmin heeft National Academic andere feiten of omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat dit voor de verzekeringnemer duidelijk was. Dit betekent dat de voor de verzekeringnemer meest gunstige uitleg prevaleert en dat houdt in dit geval in dat dit beding niet verder reikt dan artikel 7:941 lid 3 BW.

4.10.

Omdat het debat tussen partijen daarop niet was gericht is in dit stadium onduidelijk of en in hoeverre National Academic door het gestelde niet tijdig aanleveren van medische informatie en het niet tijdig doorgeven van de ziekmelding schade lijdt. Nu de vordering van [naam eiseres] , zoals zij expliciet heeft gesteld, niet tot vaststelling van de omvang van de te vergoeden schade of het te vergoeden deel daarvan strekt, kan dat in deze procedure in het midden blijven. Daarom wordt het verzoek van National Academic om een oordeel te geven over het deel van de schade – een percentage of over een tijdvak – dat zij in mindering mag brengen gepasseerd. Evenmin behoeft te worden ingegaan op het door National Academic betwiste causaal verband tussen de gezondheidsklachten van [naam eiseres] en het ongeval.

4.11.

Voor de gevorderde bepaling dat de schade dient te worden opgemaakt bij staat en te vereffenen volgens de wet is geen plaats. De schadestaatprocedure als bedoeld in art. 612 Rv e.v. is uitsluitend van toepassing op wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding en niet indien uit een rechtshandeling, zoals uit een overeenkomst van schadeverzekering een – primaire – verplichting tot schadevergoeding voortvloeit.

4.12.

Het vorenstaande leidt tot afwijzing van de primaire vordering en toewijzing van de subsidiaire vordering als na te melden.

Vordering sub II

4.13.

Haar recht op dekking onder de autorechtsbijstandsverzekering baseert [naam eiseres] op artikel 2 lid 1 van de polisvoorwaarden en de in artikel 1 van de polisvoorwaarden gegeven definitie van een gebeurtenis. Zij stelt dat het ongeval het eerste voorval was dat het juridisch geschil heeft doen ontstaan. National Academic bestrijdt dat [naam eiseres] recht op dekking onder de autorechtsbijstandsverzekering heeft en voert daartoe aan dat het contractuele geschil de gebeurtenis is die tot de aanspraak op de autorechtsbijstands-verzekering heeft geleid en dat dit na de beëindiging van de verzekering was.

4.14.

Partijen zijn het eens over de strekking van artikel 2 lid 1 van de polisvoorwaarden. Dit geschil betreft dan ook niet de uitleg van dat beding maar de vraag wat als het (eerste) voorval moet worden aangemerkt dat heeft geleid tot het juridisch geschil waarbij [naam eiseres] rechtsbijstand wenst. De kern van dat juridische geschil betreft de vordering van [naam eiseres] jegens National Academic uit hoofde van de Schadeverzekeringsovereenkomst voor inzittenden. Die vordering is ontstaan door het ongeval. Het verweer dat National Academic thans tegen die vordering voert is gebaseerd op het feit dat medische informatie over [naam eiseres] eerst in juli 2018 is toegezonden en dat de ziekmelding van [naam eiseres] eerst op 11 september 2018 aan National Academic kenbaar is gemaakt. Dat dit verweer veel later dan het ongeval en ruimschoots na de beëindiging van de verzekeringsduur is opgekomen, laat onverlet dat de feiten waarop het verweer is gebaseerd en het ongeval in zodanig verband met elkaar staan dat ze als een reeks voorvallen in de zin van artikel 1 van de polisvoorwaarden moeten worden aangemerkt. Omdat het ongeval tijdens de verzekeringsduur plaatsvond leidt dit tot het oordeel dat [naam eiseres] op grond van artikel 2 lid 1 van de autorechtsbijstandsverzekering recht heeft op dekking voor de rechtsbijstand bij haar vordering jegens National Academic. Vordering sub II zal daarom als na te melden worden toegewezen.

4.15.

National Academic zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [naam eiseres] worden begroot op:

– dagvaarding

105,68

– griffierecht

83,00

– salaris advocaat

1.086,00

2 punten x tarief II à € 543,00 per punt

totaal

1.274,68

4.16.

De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.

  1. De beslissing

De rechtbank

verklaart voor recht dat National Academic is gehouden de schade van [naam eiseres] op grond van de Schadeverzekeringsovereenkomst voor inzittenden te vergoeden, met inbegrip van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente;

verklaart voor recht dat [naam eiseres] voor haar vordering op National Academic uit hoofde van de Schadeverzekeringsovereenkomst aanspraak kan maken op de rechtsbijstandsverzekering die ten behoeve van haar als (mede)verzekerde bij National Academic is afgesloten;

veroordeelt National Academic in de proceskosten, aan de zijde van [naam eiseres] tot op heden begroot op € 1.274,68;

veroordeelt National Academic in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat National Academic niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren. Het is ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, op 6 januari 2021.

2515/2457

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey