Rb, deelgeschil: deskundigenonderzoek nodig, zaak leent zich niet voor deelgeschilprocedure

Samenvatting:

Whiplash, ongeval 2003. 1. Benadeelde verzoekt voor recht te verklaren dat haar klachten en beperkingen een rechtstreeks gevolg zijn van het ongeval. Benadeelde onderbouwt de door haar ervaren gezondheidsklachten en beperkingen met een beroep op een tweetal medische rapporten. Verzekeraar stelt dat de rapportages (deels) eenzijdig opgesteld, niet gebaseerd op eigen onderzoek en borduren voort op oude gegevens. De rechtbank oordeelt dat, gelet op die betwisting een deskundigenonderzoek nodig is. De rechtbank oordeelt dat deze procedure zich niet leent voor dat deskundigenonderzoek, omdat de investering in tijd, geld en moeite niet opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. 2 Kosten deelgeschil€ 6.034,70, maar afgewezen.

ECLI:NL:RBNNE:2013:5124

Instantie

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak

30-08-2013

Datum publicatie

01-11-2013

Zaaknummer

19-98827 HA RK 13-28

Rechtsgebieden

Civiel recht

Bijzondere kenmerken

Rekestprocedure

Inhoudsindicatie

Deelgeschil. Gemotiveerde betwisting medisch causaal verband tussen ongeval en ongevalsgevolgen noopt tot deskundigenonderzoek. Uit de wetgeschiedenis volgt dat de aard van de procedure zich, in beginsel, tegen dat deskundigenonderzoek verzet. Volgt afwijzing van het verzoek.

Vindplaatsen

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaak-/rolnummer: 19/98827 / HA RK 13-28

beschikking van 30 augustus 2013

in de zaak van

[verzoekster],

die woonplaats kiest in Alkmaar,

verzoekster,

advocaat: mr. J.M. Comans-Diesfeldt,

tegen

de naamloze vennootschap Univé Schade N.V.

die is gevestigd is in Assen,

verweerster,

advocaat: mr. M.T. Spronck.

Partijen worden hierna [verzoekster] en Univé genoemd.

1 Procesverloop

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

– het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 26 april 2013;

– het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 16 augustus 2013;

– de mondelinge behandeling van 23 augustus 2013 en daarbij namens [verzoekster] overgelegde pleitaantekening.

1.2.

Ten slotte heeft de rechtbank bepaald dat vandaag deze beschikking wordt gegeven.

2 De feiten

2.1.

De rechtbank kan bij de beoordeling van het deelgeschil uitgaan van de navolgende feiten.

2.2.

Op 25 maart 2003 was [verzoekster] passagier in een door haar echtgenoot bestuurde auto die van achteren is aangereden door een door een bij Univé verzekerde auto. Univé heeft aansprakelijkheid erkend voor de schade die [verzoekster] als gevolg van die aanrijding lijdt.

2.3.

[verzoekster] heeft zich na dit ongeval laten behandelen voor uiteenlopende klachten die volgens door haar ingeschakelde deskundigen aan een Whiplash Associated Disorder kunnen worden toegeschreven.

2.4.

[verzoekster] ervaart gezondheidsklachten, waaronder pijnklachten, en beperkingen die met zich hebben gebracht dat zij volledig arbeidsongeschikt is verklaard.

3 Het verzoek en het verweer

3.1.

Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten verzoekt [verzoekster] de rechtbank, verkort weergegeven, voor recht te verklaren dat Univé gehouden is de door haar als gevolg van het ongeval geleden schade volledig te vergoeden en voor recht te verklaren dat haar gezondheidsklachten en beperkingen een rechtstreeks gevolg zijn van dat ongeval. [verzoekster] verzoekt verder veroordeling van Univé tot betaling van € 50.000,– en vergoeding van haar in verband met deze procedure gemaakte kosten. Daartoe voert [verzoekster] aan, samengevat weergegeven, dat Univé aansprakelijkheid voor de schade die zij als gevolg van het ongeval lijdt weliswaar erkent, maar dat Univé haar die schade niet vergoedt. Volgens [verzoekster] weerspreekt Univé ten onrechte dat er een medisch causaal verband bestaat tussen haar klachten en beperkingen en het ongeval. [verzoekster] kent in dit verband betekenis toe aan een in juni 2006 door een neuroloog opgesteld rapport en een in augustus 2012 door een psychiater opgesteld rapport. [verzoekster] stelt dat uit een en ander blijkt dat zij als gevolg van het ongeval een Whiplash Associated Disorder heeft opgelopen, wat met zich heeft gebracht dat zij arbeidsongeschikt is verklaard. [verzoekster] stelt dat haar schade kan worden begroot op € 300.000,– en wijst erop dat zij onder meer doordat Univé haar geen (nader) voorschot wil betalen op haar schade in financiële nood verkeert. [verzoekster] stelt verder dat de door haar verzochte beslissingen voldoende kunnen bijdragen aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Ter zitting heeft zij daarop als nadere toelichting gesteld dat zij zich aan een oordeel van de rechtbank refereert of in zoverre de betaling van een voorschot hieraan kan bijdragen.

3.2.

Univé voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [verzoekster], althans tot afwijzing van haar verzoek. Univé stelt daartoe op uiteenlopende gronden dat het geschil zich niet leent voor een behandeling als deelgeschil en zij stelt dat geen belang bestaat bij de verzochte verklaring voor recht, omdat Univé haar aansprakelijkheid voor schade heeft erkend. Verder betwist Univé, samengevat weergegeven, dat [verzoekster] gezondheidsklachten en beperkingen ondervindt die in een medisch causaal verband staan met het ongeval. Univé voert in dit verband aan dat voor zover [verzoekster] zich baseert op de rapportages van een neuroloog en een psychiater, daaraan niet de betekenis kan toekomen die zij daaraan geeft. Die rapportages zijn (deels) eenzijdig opgesteld, niet (steeds) gebaseerd op eigen onderzoek en borduren voort op oude gegevens. Daardoor ontbreekt ieder reëel en actueel zicht op de medische beperkingen die [verzoekster] als gevolg van het ongeval ondervindt, zodat niet kan blijken dat [verzoekster] schade lijdt. Univé voert verder aan dat voor zover [verzoekster] haar verzoek mede baseert op de omstandigheid dat zij in 2003 volledig arbeidsongeschikt is verklaard, dit op zichzelf genomen niets zegt over (ongevalsgevolgen en) de schade waarvoor Univé aansprakelijk kan worden gehouden. Univé wijst voorts op uiteenlopende (persoonlijke) omstandigheden van [verzoekster] die kunnen verklaren waarom zij bepaalde klachten weliswaar ervaart en uit, maar die afdoen aan de aannemelijkheid van die klachten als ongevalsgevolg. Univé bestrijdt ten slotte de omvang van de gestelde proceskosten.

4 De beoordeling

4.1.

Het verzoek strekt ertoe een beslissing te krijgen in het kader van de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade. Deze wet biedt partijen de mogelijkheid een rechterlijke beslissing te krijgen op een geschilpunt dat aan het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst in de weg staat. De wet beoogt daarmee buitengerechtelijke onderhandelingen te bevorderen. Uit artikel 1019z Rv volgt dat de rechtbank dient te toetsen of de verzochte beslissing kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

4.2.

Gelet op het voorgaande en in aanmerking genomen dat Univé haar aansprakelijkheid erkent, kan zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden aangenomen dat [verzoekster] belang heeft bij haar verzoek voor recht te verklaren dat Univé gehouden is de schade die zij lijdt als gevolg van het ongeval, te vergoeden. In zoverre is [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek (art. 3:303 BW).

4.3.

Te beoordelen staat of de verklaring voor recht dat de gezondheidsklachten en beperkingen die [verzoekster] ervaart een rechtstreeks gevolg zijn van het ongeval kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Dat is naar het oordeel van de rechtbank het geval, zodat zij in zoverre in haar verzoek kan worden ontvangen.

4.4.

[verzoekster] onderbouwt de door haar ervaren gezondheidsklachten en beperkingen in hoofdzaak met een beroep op een tweetal medische rapporten. Daartegen keert Univé zich. Univé heeft gemotiveerd betwist dat met die rapporten vast staat dat de gezondheidsklachten en beperkingen het gevolg zijn van het ongeval.

4.5.

Gelet op die betwisting is een instructie in de vorm van een deskundigenonderzoek aangewezen ter beantwoording van de vraag of de gezondheidsklachten en beperkingen van [verzoekster] door het ongeval zijn veroorzaakt. De rechtbank oordeelt dat deze procedure zich niet leent voor dat deskundigenonderzoek, omdat de investering in tijd, geld en moeite die met de een deskundigenonderzoek gepaard gaat, niet opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure (Kamerstukken II, 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 10).

4.6.

Het voorgaande brengt met zich dat de verzochte verklaring voor recht dat de gezondheidsklachten en beperkingen van [verzoekster] het gevolg zijn van de aanrijding in deze procedure niet kan worden gegeven. Het daarop gestoelde verzoek Univé te veroordelen tot betaling van een voorschot zal daarom eveneens moeten worden afgewezen.

4.7.

In wat wordt aangevoerd tegen de door [verzoekster] begrote kosten van deze procedure ziet de rechtbank geen aanleiding om deze kosten niet of slechts ten dele te begroten; de begrote kosten komen de rechtbank als redelijk voor.

5 De beslissing

De rechtbank

verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek voor recht te verklaren dat Univé gehouden is de door haar als gevolg van het ongeval geleden schade volledig te vergoeden,

begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa lid 1 Rv op € 6.034,70,

wijst af wat meer of anders is verzocht.


Deze beslissing is gegeven door mr. B.R. Tromp, mr. S. Dijkstra en mr. W. Huizing en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2013.

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey