Rb: verzekeringsbedrog leidt tot verval van recht op uitkering

Samenvatting:

Schending informatieplicht met het opzet de verzekeraar te misleiden. Volgens artikel 7:941 lid 5 BW leidt verzekeringsbedrog in beginsel tot algeheel verval op schade-uitkering. Gesteld noch gebleken is in dit geval dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat het verval van het recht op uitkering niet gerechtvaardigd is.

Datum publicatie: 01-08-2011
Rechtsgebied: Handelszaak
Soort procedure: Eerste aanleg – enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Schending informatieplicht met het opzet de verzekeraar te misleiden. Geheel verval op schade-uitkering. Vordering verzekerde wordt afgewezen.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
EtB/DH/JR
zaaknummer / rolnummer: 125299 / HA ZA 10-1124
Vonnis van 29 juni 2011
in de zaak van
(toev. nr. [])
EISERES IN CONVENTIE,
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie bij dagvaarding van 14 december 2010,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.J. van de Laar te Eindhoven,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. NOORDHOLLANDSCHE VAN 1816 SCHADEVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ,
gevestigd en kantoorhoudende te Oudkarspel, gemeente Langedijk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J. van Rhijn te Alkmaar.
Partijen zullen hierna "Eiseres in conventie" en "de Noordhollandsche" genoemd worden.
1.De procedure
in conventie en in reconventie
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
– de dagvaarding van 14 december 2010 met zeven producties,
– de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie met achttien producties,
– het tussenvonnis van 16 februari 2011,
– de conclusie van antwoord in reconventie,
– het proces-verbaal van comparitie van 27 april 2011.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
2.1.Eiseres in conventie heeft op 9 februari 2009 een combipolis afgesloten bij de Noordhollandsche, bestaande uit onder andere een inboedelverzekering met polisnummer 624867051.
2.2.Op deze verzekering zijn de algemene voorwaarden van polismantel 2206 van toepassing. Hieruit is het navolgende van belang:
"Artikel 9 – Verplichtingen bij schade; verlies van rechten
1. Zodra een verzekerde op de hoogte is, of behoort te zijn van een schadegebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht
(..)
c. binnen redelijke termijn de maatschappij alle inlichtingen te verstrekken en bescheiden te verschaffen welke voor de maatschappij van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen;
d. de maatschappij zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden; (..)
2. De verzekering geeft geen dekking
– als de verzekerde één van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad;
– indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van de maatschappij heeft benadeeld. (..)"
2.3.Op 11 juli 2009 is door de partner van Eiseres in conventie aangifte gedaan van diefstal van onder andere sieraden uit hun woning op 10 of 11 juli 2009.
2.4.Eiseres in conventie heeft hiervan melding gemaakt aan haar assurantietussenpersoon. Via deze tussenpersoon heeft de Noordhollandsche een door Eiseres in conventie gedeeltelijk ingevuld schadeaangifteformulier ontvangen, alsmede voormeld proces-verbaal van aangifte en diverse aankoopbonnen.
2.5.Vervolgens heeft schade-expertisebureau KakesWaal B.V. op verzoek van de Noordhollandsche een rapport d.d. 3 augustus 2009 opgesteld. Dit rapport houdt onder andere het volgende in:
"Er worden meerdere dure sieraden geclaimd, waarvan u ons de aankoopnota’s stuurde. Na onderzoek constateerden wij dat de naam Eiseres in conventie op de verschillende nota’s staat geschreven in hetzelfde handschrift en afwijkend van het handschrift is van de omschrijving van de sieraden. Daarnaast zijn 3 bonnen met verschillende data die opeenvolgende bonnummers (000056, 000057 en 000058) hebben. (..)
Gelet op bovenstaande hebben wij de indruk dat er sprake is van fraude."
2.6.Door de rechtsbijstandverzekeraar van Eiseres in conventie is bij brief van 17 december 2009 medegedeeld dat de conclusie dat sprake is van fraude niet gerechtvaardigd is en verzocht wordt alsnog tot uitkering van de schade over te gaan.
2.7.Schade-expertisebureau Vidi Onderzoek heeft daarna nader onderzoek verricht op verzoek van de Noordhollandsche. Dit heeft geresulteerd in een rapport van 8 juni 2010 dat onder andere het volgende inhoudt:
"Na een vooraf gemaakte afspraak bezochten wij verzekerde op 26 maart 2010 op haar woonadres. (..) Verzekerde verklaarde ons tijdens het bezoek het volgende: (..)
U vraagt om uitleg over de facturen van Bijouterie el Ferdaous. Dit zijn drie bonnen met opeenvolgende nummers. De eerste, nummer 56, is van 1 juli 2005. Ik heb toen bij deze juwelier veel sieraden gekocht of gezegd een aantal sieraden te willen kopen (en deze besteld) en heb een betalingsregeling getroffen. Ik kreeg toen dus alle drie de bonnen mee van de juwelier, zonder een datum die erop werd ingevuld. Alleen die in juli 2005 werd wel ingevuld. De sieraden van de bonnen 57 en 58 kreeg ik echter niet mee, tot ik zou hebben betaald. Ik spaarde dus elke keer geld en dan betaalde ik dit bij de juwelier. Pas als ik het hele bedrag had, werd de datum op de factuur ingevuld en kreeg ik de sieraden pas mee.
Ik heb toen in 2005 dus een ketting met armbandje en oorbellen gekocht. Daar heb ik omgerekend euro 1.500,00 voor betaald. Op 28 juni 2007 heb ik dus de factuur meegenomen, een setje sieraden (collier, oorbellen, armband en twee ringen) betaald t.w.v. euro 6.400,00.
Vervolgens heeft mijn vader gehoord hoe ik dit had geregeld en gaf aan dat ik het geld ook van hem kon lenen, zodat ik niet elke keer een jaar moest wachten voor de sieraden. Daarom heb ik dus op 14 juli 2007 de derde factuur, nummer 58, betaald met geld dat ik had geleend van mijn vader. Op deze factuur staat ook een setje (collier, oorbellen, armband en ring) t.w.v. euro 5.000,00. Ik had dus allemaal verschillende setjes met verschillende kleuren steentjes (groen of wit), passend bij verschillende jurken. (..)
Vertaling facturen
Wij ontvingen van u de originele facturen, welke in het Arabisch waren weergegeven. Wij hebben deze facturen laten vertalen door onze deskundige op dit gebied.
Wij ontvingen van onze deskundige de volgende correspondentie:
"Het betreft hier een onderzoek naar aanleiding van vijf ingediende juwelennota’s (alle afkomstig uit Nador) op naam gesteld van mw. Eiseres in conventie plus een verklaring van genoemde verzekerde. Tevens is telefonische navraag gedaan bij één van de juweliers te Nador (Marokko).(..)
Op de nota’s 000056/000057/000058 van bijouterie El Ferdaous en de niet genummerde nota van bijouterie Hamouti staat de naam Eiseres in conventie in hetzelfde handschrift geschreven, zowel in het Arabische alsmede in het Latijnse schrift. Dit handschrift wijkt af van het overige handschrift op de nota’s.
Beide juweliers hebben geen betrekking met elkaar en hoewel hun winkels zich in dezelfde straat bevinden, liggen deze op zekere afstand van elkaar. Bovengenoemde vier nota’s kloppen bovendien niet met de verklaring die de verzekerde hierover heeft afgelegd.
– Zij verklaart over 00056: "Ik heb toen in 2005 dus een ketting met armbandje en oorbellen gekocht. Daar heb ik omgerekend euro 1.500,00 voor betaald". Dit klopt niet want het betreft hier 3 armbanden voor DH 10.500,00 met een tegenwaarde van euro 954,35. Er is geen sprake van oorbellen.
– Zij verklaart over 000057: "Op 28 juni 2007 heb ik dus de factuur meegenomen, een setje sieraden (collier, oorbellen, armband en twee ringen) betaald t.w.v. euro 6400,00.
Dit klopt niet want het betreft hier 1 gourmette (armband van bepaalde schakel) voor
DH 6.400,00 met een tegenwaarde van euro 581,82. Er is geen sprake van de overige genoemde sieraden.
– Zij verklaart over 000058: "Op 14 juli 2007 de derde factuur, nummer 58, betaald met het geld dat ik had geleend van mijn vader. Op deze factuur staat ook een setje (collier, oorbellen, armband en ring) t.w.v. euro 5000,00".
Dit klopt niet want het betreft hier 1 armband voor DH 5.000,00 met een tegenwaarde van euro 454,55. Er is geen sprake van de overige voornoemde sieraden.
– Zij verklaart over de nota van bijouterie Hamouti: "de laatste factuur, Bijouterie Hamouti Med, van 10 augustus 2008, betreft een parelketting met een gouden broche t.w.v. euro 880,00".
Dit klopt ten dele, het betreft parels met vermoedelijk een gouden sluiting (géén broche) voor DH 5.800,00 met een tegenwaarde van euro 527,27.
Bij de drie nota’s van dezelfde juwelier is ook sprake van een naamstempel dat ondersteboven is afgedrukt, dit is niet gebruikelijk en duidt op een haastig invullen. Het vermoeden bestaat dat de persoon en nota niet bij elkaar horen, het lijkt dat verzekerde zelf haar naam boven de facturen heeft geschreven.
Zij kan waarschijnlijk ook geen Arabisch lezen, anders had zij kunnen weten dat de, door haar, opgegeven beschrijvingen en bedragen niet corresponderen. Mogelijk kunnen de facturen dus ook van ‘iemand anders’ zijn.
Verzekerde verklaarde ook "Ik had dus allemaal verschillende setjes met verschillende kleuren steentjes (groen of wit) passend bij verschillende jurken". Er is op geen enkele nota sprake van sieraden met (edel) steentjes, de ervaring leert dat in Marokko dergelijke sieraden altijd worden beschreven."(..)
Wij hebben vervolgens namens u opdracht gegeven om een onderzoek te Marokko te laten uitvoeren om de verklaring van verzekerde te toetsen. (..)
Bijouterie El Firdaous is een bestaande juwelierszaak. (..) De zaak wordt gerund door twee broers. (..) Hierna werden zij met de facturen geconfronteerd. Beide broers verklaarden over de drie nota’s het volgende:
"De nota’s zijn inderdaad van ons afkomstig en door ons beschreven. Nota nr. 000056 betreft drie armbanden voor het bedrag van DH 10.500,00 (euro 954,35), dit is betaald en als datum is 1 juli 2005 ingevuld, wij hebben alleen de naam niet geschreven". (..)
Met behulp van de kopie van haar Marokkaanse identiteitsbewijs is het mogelijk geweest informatie op te vragen bij de algemene centrale inlichtingen van de Marokkaanse Politie, afdeling grensbewaking (vliegvelden, havens en grensovergangen), over de diverse data waarop betrokkene in Marokko zou zijn geweest.
Gebleken is het volgende:
Betrokkene is in 2005 op 02-04-2005 Nador binnengekomen en heeft Nador op 14-04-2005 weer verlaten, vervolgens is zij nogmaals Marokko binnengekomen via Nador op 09-07-2005 en heeft vervolgens Nador verlaten op 20-08-2005.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat betrokkene NIET op 01 juli 2005 in Marokko kan zijn geweest en dus ook niet op die datum sieraden kan hebben gekocht, dan wel hebben meegenomen.
"Nota nr. 000057 van 28-06-2007 betreft inderdaad 1 gourmette (= armband met bepaalde schakel) ter waarde van DH 6.400,00 (euro 581,82), ook deze nota is van ons afkomstig en door ons geschreven. Wij hebben echter niet de naam en de datum ingevuld".
"Nota nr. 000058 van 14-07-2007 betreft ook één armband ter waarde van DH 5.000,00
(euro 454,55). Wij erkennen dit als ons handschrift en van ons afkomstig, de datum hebben wij ingevuld, de naam niet". (..)
Uit de algemene inlichtingen van de Marokkaanse Politie, afdeling grensbewaking, blijkt dat betrokkene in heel 2006 en 2007 NIET in Marokko is geweest.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat betrokkene op 28 juni en 14 juli 2007 NIET in Marokko kan zijn geweest en dus ook niet op die datum sieraden kan hebben gekocht en betaald, dan wel hebben meegenomen.
Dit verklaart (vermoedelijk) ook waarom er in haar Nederlandse paspoort (afgegeven op 04 juni 2007) alleen de stempels uit 2008 staan, want zij heeft hiermee namelijk in 2007 niet gereisd (althans niet naar Marokko). (..)
3. Bijouterie Hamouti
Deze juwelier bevindt zich eveneens in Kissari en herkende de personen op de getoonde foto’s ook niet. Hij herkende wel de ongenummerde nota van 10-08-2008, het betreft een parelketting in rijen met een gouden slotje ter waarde van DH 5.800,00 (euro 527,27).
Hij verklaarde dat het handschrift het zijne was en dat hij de datum had ingevuld, maar alleen het Arabische geschrevene was van hem, niet de in het "Frans" geschreven naam, dit was niet door hem geschreven."
2.8.Per brief van 20 september 2010 is namens Eiseres in conventie op het onderzoek gereageerd. Eiseres in conventie is het niet eens met de resultaten van het onderzoek en verzoekt tot uitkering van de schade over te gaan. In de brief is voor zover van belang nog het volgende opgenomen:
"Cliënte geeft aan dat er waarschijnlijk dingen opstaan die onduidelijk overkomen, echter heeft zij aan de expert ook duidelijk aangegeven dat zij de taal van het Arabisch niet machtig is. In zoverre kon cliënte dan ook niet weten hoeveel Dirham geld omgerekend is in euro’s. (..) Wellicht heeft cliënte niet volledige informatie verstrekt of kunnen verstrekken. Echter, dit is geheel iets anders dan niet de waarheid spreken. Cliënte heeft thans een aandoening en is daarbij erg vergeetachtig, waarbij nog opgemerkt wordt dat cliënte inmiddels medisch onder behandeling hiervoor staat."
2.9.De Noordhollandsche heeft de claim van Eiseres in conventie bij brief van 2 december 2010 definitief afgewezen.
3.Het geschil
in conventie
3.1.Eiseres in conventie vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de Noordhollandsche veroordeelt tot betaling van EUR 11.800,-, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.Eiseres in conventie legt aan haar eis ten grondslag dat bij inbraak in haar huis zaken zijn weggenomen en dat de Noordhollandsche op grond van de verzekeringsovereenkomst gehouden is de dientengevolge geleden schade aan haar te vergoeden.
3.3.De Noordhollandsche voert verweer.
3.4.Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.De Noordhollandsche vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Eiseres in conventie veroordeelt tot betaling van EUR 3.514,10 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 december 2010 en met veroordeling van Eiseres in conventie in de volledige proceskosten, althans de proceskosten conform het liquidatietarief vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis. De Noordhollandsche stelt zich op het standpunt dat Eiseres in conventie toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen die voortvloeien uit de verzekeringsovereenkomst dan wel dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. De daardoor ontstane schade, te weten de onderzoekskosten en volledige proceskosten, dienen daarom door Eiseres in conventie te worden vergoed, aldus de Noordhollandsche.
3.6.Eiseres in conventie voert verweer.
3.7.Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling van het geschil
in conventie
4.1. Ter zitting heeft Eiseres in conventie aangegeven dat de vordering louter ziet op de sieraden die van 10 op 11 juli 2009 bij haar thuis zijn gestolen en dat het bedrag van EUR 11.800,00 een schatting betreft van de totale waarde van die sieraden. Deze schatting is, blijkens de verklaring van Eiseres in conventie ter zitting, gebaseerd op een drietal setjes sieraden van EUR 3.000,- à EUR 3.500,- per stuk, een gouden riem van EUR 6.000,- en oorbellen van Strego.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank uitgaan van deze schadeposten en de overige bij dagvaarding door Eiseres in conventie vermelde schadeposten buiten beschouwing laten.
4.2.Als meest verstrekkend verweer heeft de Noordhollandsche aangevoerd dat het recht van Eiseres in conventie op uitkering zowel op grond van artikel 7:941 lid 5 BW als artikel 9 lid 1 juncto lid 2 van de algemene polisvoorwaarden is komen te vervallen. Volgens de Noordhollandsche heeft Eiseres in conventie verzekeringsbedrog gepleegd door de Noordhollandsche opzettelijk onjuiste informatie te verschaffen over de facturen van Bijouterie El Ferdaous om zo ten onrechte een uitkering te verkrijgen.
4.3.Dit verweer van de Noordhollandsche slaagt en de rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking. Vooropgesteld wordt dat van het bepaalde in artikel 7:941 leden 1, 2, 4 en 5 BW gelet op artikel 7:943 lid 2 BW, niet ten nadele van de verzekeringnemer kan worden afgeweken. Uit artikel 9 van de polisvoorwaarden kunnen derhalve niet meer verplichtingen voor Eiseres in conventie voortvloeien dan die welke voortvloeien uit artikel 7:941 lid 2 BW. Hetgeen hierna wordt overwogen ter zake van de inlichtingenplicht op grond van laatstgenoemd wetsartikel is dan ook onverkort van toepassing op de informatieplicht welke voortvloeit uit de overeenkomst.
4.4.Eiseres in conventie heeft ter zitting desgevraagd erkend onjuiste informatie te hebben gegeven. Daarmee en in samenhang bezien met hetgeen in het niet, althans niet voldoende gemotiveerd betwiste, onderzoeksrapport van Vidi Onderzoek is overwogen over de door Eiseres in conventie overgelegde nota’s en haar aanvankelijke verklaring daarover, is komen vast te staan dat Eiseres in conventie niet heeft voldaan aan de informatieplicht als bedoeld in artikel 7:941 lid 2 BW.
4.5.Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of Eiseres in conventie de informatieplicht heeft geschonden met het opzet de Noordhollandsche te misleiden.
4.6.In dat kader heeft de Noordhollandsche betoogd dat zij in zeer sterke mate afhankelijk is van de informatie van haar verzekerden en dat Eiseres in conventie herhaaldelijk en bewust aantoonbaar onjuiste informatie heeft opgegeven waarmee zij de Noordhollandsche welbewust wilde misleiden om ten onrechte een uitkering te krijgen.
Over de facturen van Bijouterie El Ferdaous heeft de Noordhollandsche het volgende aangevoerd. Ten aanzien van factuur 000056 heeft Eiseres in conventie een gestolen ketting, armbandje en oorbellen geclaimd die zij op 1 juli 2005 in Marokko voor ongeveer EUR 1.500,- zou hebben gekocht. Na onderzoek bleek echter dat de factuur zag op 3 armbanden met een totale waarde van EUR 954,35. Haar naam bleek niet door de juwelier op de bon te zijn geschreven en in strijd met haar eigen verklaring bleek Eiseres in conventie op genoemde datum niet in Marokko te zijn geweest.
Ten aanzien van factuur 000057 heeft Eiseres in conventie een gestolen collier, oorbellen, armband en twee ringen opgegeven welke zij op 28 juni 2007 voor EUR 6.400,- in Marokko zou hebben gekocht. Na onderzoek bleek het echter om één armband te gaan met een waarde van slechts EUR 581,82. Door de juwelier zijn de naam en datum niet op de bon gezet en Eiseres in conventie bleek in 2007 niet in Marokko te zijn geweest.
Ten aanzien van factuur 000058 heeft Eiseres in conventie een collier, oorbellen, armband en ring als gestolen opgegeven welke zij op 14 juli 2007 voor een bedrag van EUR 5.000,- in Marokko zou hebben gekocht. Ook in dit geval bleek de factuur daarentegen slechts te zien op één armband met een waarde van EUR 454,55, terwijl door de juwelier de naam van Eiseres in conventie niet op de bon is gezet en zij in 2007 niet in Marokko is geweest, alles aldus de Noordhollandsche.
4.7.Ter comparitie heeft Eiseres in conventie, in tegenstelling tot haar eerdere verklaring, verklaard dat zij zich niet meer kon herinneren of zij op 1 juli 2005 in Marokko is geweest. Verder gaf Eiseres in conventie aan dat ze de sieraden die op de bonnen staan vermeld op hetzelfde moment heeft besteld en dat haar oom en tante het verder voor haar hebben geregeld. De bonnen werden vervolgens telkens door haar tante opgehaald, aldus Eiseres in conventie.
4.8.Gelet op vorenstaand betoog van de Noordhollandsche, de reactie daarop van Eiseres in conventie en voormeld onderzoeksrapport van Vidi Onderzoek beantwoordt de rechtbank de vraag of Eiseres in conventie haar inlichtingenplicht heeft geschonden met het opzet de Noordhollandsche te misleiden bevestigend. Doorslaggevend hierbij acht de rechtbank dat is gebleken dat Eiseres in conventie niet in Marokko verbleef op de data waarop zij volgens haar verklaring van 26 maart 2010 bedoelde sieraden aldaar had besteld of gekocht. De eerst ter zitting naar voren gebrachte verklaring dat niet zij, maar haar tante in Marokko de sieraden daar had geregeld, is tegenstrijdig met haar eerdere verklaring. Daarnaast is van belang dat de door Eiseres in conventie opgegeven factuurbedragen aanzienlijk hoger zijn dan de bedragen die op de facturen worden vermeld. De verklaring van Eiseres in conventie dat zij de waarde van de sieraden heeft geschat valt niet te rijmen met het feit dat op de facturen bedragen in Dirham stonden vermeld, welke valuta-bedragen eenvoudigweg zijn om te rekenen in bedragen in euro’s, zonder dat daarvoor kennis van de Arabische taal vereist is. Gebleken is dat Eiseres in conventie niet alleen tegenstrijdige en aantoonbaar onjuiste verklaringen heeft afgelegd, maar ook – zoals de Noordhollandsche terecht aanvoert – zowel bij confrontatie met bepaalde feiten door Vidi Onderzoek als ter zitting haar verklaring wijzigt en persisteert in haar verzoek om schade-uitkering. Hiermee continueert Fikfi haar misleidende handelwijze, hetgeen een kwalijke zaak is.
4.9.Van de zijde van Eiseres in conventie is voor het eerst bij brief van 20 september 2010 nog gesteld dat zij een aandoening heeft waarbij zij last heeft van vergeetachtigheid. Ter comparitie heeft Eiseres in conventie gesteld dat zij gelet op haar psychische conditie, waarvoor zij ook onder behandeling zou zijn, onbewust verkeerde informatie heeft gegeven.
Voor zover Eiseres in conventie daarmee heeft willen stellen dat van opzet tot misleiding van haar zijde geen sprake kan zijn geweest, faalt deze – betwiste – stelling reeds bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing. Bovendien heeft Eiseres in conventie ten tijde van het onderzoek door Vidi Onderzoek nimmer gezegd dat zij zich een en ander niet goed kon herinneren, maar daarentegen telkens een concrete duidelijke verklaring afgelegd. Aldus is in rechte komen vast te staan dat Eiseres in conventie de Noordhollandsche opzettelijk heeft misleid teneinde haar te bewegen tot uitkering over te gaan.
4.10.Volgens artikel 7:941 lid 5 BW leidt verzekeringsbedrog in beginsel tot algeheel verval op schade-uitkering. Gesteld noch gebleken is in dit geval dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat het verval van het recht op uitkering niet gerechtvaardigd is. Derhalve is het recht op uitkering vervallen en dient de vordering van Eiseres in conventie te worden afgewezen.
4.11.Gelet op het voorgaande kunnen de overige verweren van de Noordhollandsche bij gebrek aan belang onbesproken blijven.
4.12.Eiseres in conventie zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voor een veroordeling in de volledige proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding. De kosten aan de zijde van de Noordhollandsche worden begroot op:
– griffierecht  EUR  255,00
– salaris advocaat    904,00 (2,0 punt× tarief EUR 452,00)
Totaal  EUR   1.159,00
4.13.De door de Noordhollandsche gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen als na te melden.
4.14.De Noordhollandsche vordert dat Eiseres in conventie wordt veroordeeld om aan haar te voldoen de wettelijke rente over de proces- en nakosten, te rekenen vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis. De rechtbank begrijpt deze vordering aldus dat Eiseres in conventie in verzuim komt indien niet-tijdig aan de proces- en nakostenveroordeling wordt voldaan. Deze vordering is toewijsbaar als na te melden.
in reconventie
4.15.Uit hetgeen in conventie is overwogen vloeit voort dat Eiseres in conventie toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiend uit de verzekeringsovereenkomst met de Noordhollandsche. Door de Noordhollandsche zijn onderzoekskosten gemaakt om de claim van Eiseres in conventie te onderzoeken, welke kosten ter comparitie met facturen zijn onderbouwd, te weten een factuur van euro 345,- (excl. BTW) van KakesWaal B.V. en een factuur van euro 3.169,10 (excl. BTW) van Vidi Onderzoek.
De stelling van Eiseres in conventie dat de Noordhollandsche een schadebeperkingsplicht heeft en geen extra kosten voor onderzoek had behoren te maken, wordt verworpen. Juist de persisterende houding van Eiseres in conventie heeft gemaakt dat de Noordhollandsche een onderzoek heeft doen instellen en vervolgens een aanvullend onderzoek heeft laten verrichten. Hierdoor is de Noordhollandsche, zoals zij terecht ter zitting stelt, benadeeld. De kosten van dit onderzoek zijn derhalve als vermogensschade voor toewijzing vatbaar. De enkele stelling van Eiseres in conventie dat partijen niet zijn overeengekomen dat bedoelde onderzoekskosten voor haar rekening zouden komen, doet niet af aan het vorenstaande. De vordering van de Noordhollandsche kan daarom worden toegewezen.
4.16.De Noordhollandsche heeft gevorderd de hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 december 2010. De Noordhollandsche heeft niet nader onderbouwd waarom rente vanaf die datum verschuldigd zou zijn. De gevorderde wettelijke rente is daarom toewijsbaar met ingang van de dag van de eis in reconventie, zijnde
2 februari 2011, nu een eerdere verzuimdatum niet is gebleken.
4.17.Eiseres in conventie zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voor een veroordeling in de volledige proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding. De kosten aan de zijde van de Noordhollandsche worden begroot op:
– salaris advocaat  EUR  384,00 (2,0 punt× tarief EUR 384,00 x 0.5)
Totaal  EUR   384,00
4.18.De Noordhollandsche vordert dat Eiseres in conventie wordt veroordeeld om aan haar te voldoen de wettelijke rente over de proceskosten, te rekenen vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis. De rechtbank begrijpt deze vordering aldus dat Eiseres in conventie in verzuim komt indien niet-tijdig aan de proceskostenveroordeling wordt voldaan. Deze vordering is toewijsbaar als na te melden.
5.De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1.wijst de vordering af,
5.2.veroordeelt Eiseres in conventie in de proceskosten, aan de zijde van de Noordhollandsche tot op heden begroot op EUR 1.159,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.3.veroordeelt Eiseres in conventie in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
– EUR 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
– te vermeerderen met een bedrag van EUR 68,- aan salaris advocaat, indien betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van volledige betaling,
5.4.verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.veroordeelt Eiseres in conventie om aan de Noordhollandsche te betalen een bedrag van EUR 3.514,10, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag vanaf 2 februari 2011,
5.6.veroordeelt Eiseres in conventie in de proceskosten, aan de zijde van de Noordhollandsche tot op heden begroot op EUR 384,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2011.

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey