Rb: letsel bij paragliding, benadeelde moet toedracht bewijzen

Samenvatting:

Benadeelde loopt in 2003 zwaar letsel op tijdens een cursus paragliden in Frankrijk. Hij stelt de paraglidingschool en de instructeur aansprakelijk. Nederlands recht is van toepassing is. De rechtbank oordeelt dat benadeelde als voldoende ervaren piloot zelf als eerste verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de start. Eiser stelt dat hij tijdens de start aarzelde en deze wilde afbreken, maar dat de instructeur dat door fysiek ingrijpen heeft verhinderd en hem -letterlijk dan wel figuurlijk- “over de rand heeft geduwd”. Dit wordt door gedaagden ontkend. De rechtbank draagt eiser op de door hem gestelde toedracht te bewijzen.

ECLI:NL:RBOVE:2014:6344
Instantie: Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak: 12-11-2014
Datum publicatie: 02-12-2014
Zaaknummer: C/08/137428 HA ZA 13-147
Rechtsgebieden: Civiel recht
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Letselschade. Paragliden. Tijdens het volgen van een cursus schermvliegen is aan eiser een vliegongeval overkomen. Eiser is niet als (absolute) beginneling in het schermvliegen te beschouwen en de rechtbank is van oordeel dat de omstandigheden ten tijde van de start voldoende veilig waren. Eiser is als voldoende ervaren piloot zelf als eerste verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de start, zij het dat hij dient te luisteren en reageren op aan hem door de instructeur gegeven instructies. Eiser stelt echter dat hij tijdens de tweede start aarzelde en – naar de rechtbank begrijpt – eigenlijk die start wilde afbreken, maar de instructeur dat door fysiek ingrijpen heeft verhinderd en hem – letterlijk dan wel figuurlijk – “over de rand heeft geduwd”. Deze gang van zaken wordt door gedaagden ten stelligste ontkend. De diverse verklaringen van getuigen zijn niet eenduidig en bovendien onderhands afgelegd. Omdat eveneens vaststaat dat eiser direct na de start op de lager gelegen asfaltweg is neergestort en diens scherm hem niet kon dragen althans niet droeg, acht de rechtbank een dergelijke “verplichte doorstart” van belang bij de beoordeling van de vorderingen van eiser op gedaagden. Eiser wordt belast met het bewijs van de gang van zaken tijdens het ongeval.
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/137428 HA ZA 13-147
datum vonnis: 12 november 2014

Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:

[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
verder te noemen [eiser],
advocaat mr. F.A. Janse te Barneveld,

en

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Paragliding Inferno B.V.,
gevestigd te Almelo,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
verder te noemen Inferno c.s.,
advocaat mr. J. Dijkman te Almelo.

Het procesverloop

De bij tussenvonnis van 21 mei 2014 bevolen comparitie van partijen is op
19 september 2014 gehouden, het daarvan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich bij de stukken.
Nadien hebben partijen wederom vonnis verzocht.
De verdere beoordeling van het geschil en de gronden van de beslissing
Feiten (alles kort samengevat en voor zover van belang)
1. [eiser] heeft zich in 2002 ingeschreven voor een introductiecursus voor schermvliegen op de paraglidingschool van Inferno, die in het Sauerland (D) werd gehouden gevolgd door een cursus voor het behalen van Brevet 1, gehouden in Frankrijk.
Er kon vijf keer worden gestart, waarbij driemaal een vlucht met een hoogteverschil van
300 meter werd gemaakt.
In 2003 heeft Inferno [eiser] in de gelegenheid gesteld de laatste twee hoogtevluchten, benodigd voor Brevet 1, alsnog in Frankrijk te maken, zulks direct gevolgd door een cursus voor Brevet 2.

2. De laatste dag van die cursus, 5 augustus 2003, heeft de groep cursisten, waaronder [eiser], ’s ochtends van de Chabanon (hoogteverschil 1.100 meter) en het Plateau (hoogteverschil 500 meter) gevlogen.
Vervolgens arriveerde de groep om circa 11.30 uur in St. Vincent-les-Forts.
Een aantal cursisten zijn daarvandaan gestart, vervolgens was [eiser] aan de beurt, die een eerste start heeft afgebroken omdat hij het scherm niet voldoende kon controleren.
Enige tijd later is [eiser] wederom gestart, maar is bij het “gaan vliegen” het scherm dichtgeklapt en is [eiser] op de lagergelegen asfaltweg gevallen en ernstig gewond geraakt.

De vordering van [eiser]
3. [eiser] stelt dat de startplaats St. Vincent-les-Forts voor hem als beginneling met slechts ervaring van 15 vluchten in het schermvliegen te moeilijk was, de wind- en weersomstandigheden veel te ongunstig waren om hem te laten starten en toen hij tijdens de tweede start enigszins aarzelde, [gedaagde 2], instructeur/eigenaar van Inferno, hem -letterlijk- over de rand van de startplaats duwde met alle gevolgen van dien.

4. Op grond van het vorenstaande acht [eiser] zodanige tekortkomingen van Inferno en [gedaagde 2] bij de uitvoering van de cursus Brevet 2 aan de orde dat zij aansprakelijk zijn voor de door hem dientengevolge geleden schade.
[eiser] vordert ter zake een verklaring voor recht dat Inferno en hoofdelijk aansprakelijk zijn en een hoofdelijke veroordeling van Inferno en [gedaagde 2] tot vergoeding van die schade middels een schadestaatprocedure, zomede een voorschot op die schade van
€ 25.000,– althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, zomede veroordeling van Inferno en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure.

Het verweer van Inferno en [gedaagde 2]
5. Inferno en [gedaagde 2] betwisten de feitelijke gang van zaken als door [eiser] gesteld, met name dat [eiser] als beginner zou moeten worden gekwalificeerd, de startplaats St. Vincent-les-Forts (dienvolgens te) gevaarlijk zou zijn voor [eiser], de wind- en weersomstandigheden te ongunstig zouden zijn geweest voor een verantwoorde startprocedure van [eiser].
Voorts beroepen Inferno en [gedaagde 2] zich op de eigen verantwoordelijkheid van [eiser] als vlieger/piloot, de uitsluiting van aansprakelijkheid in de op de cursus toepasselijke algemene voorwaarden en verjaring van de vordering van [eiser], wegens het ontbreken althans te gebrekkige stuiting daarvan.

Deskundigenbericht
6. De rechtbank constateert dat op verzoek van [eiser] een (voorlopig) deskundigenbericht is uitgebracht door deskundige J. Vermeulen, wiens rapport als productie 5 bij dagvaarding is overgelegd en als zodanig deel zal uitmaken van deze procedure.

De beoordeling
7. Tussen partijen staat vast dat op 5 augustus 2003 aan [eiser] tijdens het volgen van een cursus Schermvliegen Brevet 2 van Inferno, onder leiding van eigenaar/instructeur [gedaagde 2] bij de start in St. Vincent-les-Forts (Frankrijk) een vliegongeval is overkomen.

Toepasselijk recht
8. Daarmede is een internationaal te beoordelen geval gegeven met [eiser], Inferno en [gedaagde 2] als in Nederland woonachtige/gevestigde partijen met Nederlandse nationaliteit en een ongeval dat heeft plaatsgevonden in Frankrijk.
[eiser] formuleert zijn vordering op Inferno op een door Inferno en [gedaagde 2] niet in achtnemen van een te zijnen aanzien geldende zorgplicht en dienvolgens een tekortkoming in het kader van de overeengekomen schermvliegcursus.
Zulks is aan te merken als een contractuele relatie, waarop de rechtbank het Nederlandse recht zal toepassen met dien verstande dat bepalingen van het Franse recht in de beoordeling betrokken dienen te worden, met name voor zover het ongeval als zodanig betreffend.

9. Voor zover moet worden aangenomen, dat de vordering van [eiser] zich tegen [gedaagde 2] richt niet op een contractuele relatie, maar op een vorm van onrechtmatig handelen, zal de rechtbank de beoordeling van dat onrechtmatig handelen naar Frans recht beoordelen, edoch de gevolgen ervan naar Nederlands recht en op basis daarvan afdoen.

Verjaring
10. Het verweer van Inferno en [gedaagde 2] dat [eiser] de verjaring van zijn vorderingen niet of niet tijdig zou hebben gestuit, wordt verworpen.
Vanwege [eiser] zijn na eerdere stuiting tijdig (op 25 juni 2012) daartoe strekkende brieven uitgegaan aan Inferno en [gedaagde 2] op de uit de inschrijving van de Kamer van Koophandel blijkende adressen [adres 1] respectievelijk [adres 2] te [plaats].
Daarenboven heeft [eiser] in het eerdere verzoekschrift Voorlopig Deskundigenbericht uit 2010 al de onderhavige procedure zonder voorbehoud aangekondigd, hetgeen de rechtbank ten aanzien van Inferno en [gedaagde 2] als voldoende beschouwd om een verjaring te stuiten.

[eiser] schermvliegervaring
11. Bij de beoordeling van de geschiktheid van de ervaring van [eiser] in het schermvliegen gaat de rechtbank uit van hetgeen de deskundige Vermeulen in zijn rapport dienaangaande heeft gesteld:
Punt 10:
Gezien het aantal starts van de betrokkene was hij een cursist die met zijn brevet 2 bezig was.
Brevet 1 eiste onder meer 15 vluchten.
Om voor Brevet 2 door te gaan, moest je de vluchten en andere taken voor Brevet 1 gedaan hebben.
Hoogtevluchten voor Brevet 2 waren destijds geldig indien er minimaal een hoogteverschil van 500 meter was. Omdat dat nogal arbitrair is, een vlucht met een hoogteverschil van
300 meter kan bijvoorbeeld veel meer ervaring opleveren dan een boven de 500 meter, is deze regel later veranderd.
Als antwoord op de nakomende vragen van Mr. Janse: In zijn eigen verklaring stelt de heer [eiser] dat hij 13 hoogtevluchten heeft gemaakt. Hij zal ongetwijfeld ook een aantal lagere vluchten hebben gemaakt, wat mijn uitspraak hier boven bevestigt: de heer [eiser] had zijn vluchten voor Brevet 1 gemaakt.
Formeel worden 15 vluchten, dat is inclusief je vluchten op de oefenhelling, gevraagd als belangrijkste praktijkeis.
Hij zit daar dus ruim boven.

Deskundige Vermeulen omtrent de startlocatie St. Vincent-les-Forts (punt 11, 12, 13 en 14)
Punt 11:
Een startplaats voor een piloot die bezig is met het behalen van hoogtevluchten voor
Brevet 2, is geschikt wanneer er op een duidelijke manier gestart kan worden in rustige weersomstandigheden, met enige, van voren komende, niet te harde wind.
.De lengte van de start.
Omdat de startlengte kort is, is deze plek ongeschikt om bij weinig tot geen wind te starten. De ruimte die de aanloop zou innemen zou zodanig lang zijn dat geen ruimte meer zou overblijven om de start af te breken.
Beginnend bij ± 10 km/u wind kun je een scherm opzetten zonder (veel) te hoeven lopen.
Je grondsnelheid kan nadat het scherm is opgezet is, 0 km/u zijn, zodat je de tijd hebt om je scherm te checken, de windomstandigheden voor een laatste keer kan checken en de beslissing kan nemen te starten.
Punt 12:
Het is de combinatie met de weersomstandigheden die de startplek geschikt of ongeschikt maakt.
Op St.Vincent les Forts is bijvoorbeeld het starten zonder wind erg moeilijk of zelfs gevaarlijk.
Rond 10 km/u is de startplek ideaal, ook voor beginners.
Bereikt de windsnelheid 25 km/u dan zal je weer ervaring moeten hebben om daar veilig te kunnen starten.
Punt 13:
Hij zou geschikt geweest kunnen zijn. Het is het ontbreken van de juiste windsnelheidsgegevens die een oordeel hier moeilijk maken.
Nogmaals, gezien het aantal vluchten dat de heer [eiser] gemaakt had, was hij in de praktijk bezig met brevet 2.
Punt 14:
Gezien het type scherm waarmee gevlogen werd, een Swing Arcus, door de Deutsche Hängegleiten Verein (DHV) als beginnersscherm gekwalificeerd, en gezien het aantal vluchten van de betrokkene is het goed mogelijk dat de omstandigheden verantwoord waren.
Als antwoord op de nakomende vragen van Mr. Janse: Dat de instructeur helpt bij het opzetten van het scherm van een cursist komt vaker voor, zeker bij Franse scholen.
Het heeft niet mijn voorkeur, maar ik heb het zelf ook wel eens gedaan.
Dat dit aangeeft dat de omstandigheden op de grens waren, volgens oud voorzitter de heer [S], kan ik niet onderschrijven.

13. Het voorgaande tezamen genomen, is de rechtbank van oordeel dat [eiser] op 5 augustus 2003 bij de start op de locatie St. Vincent-les-Forts niet als (absolute) beginneling in het schermvliegen is te beschouwen, maar alstoen onder veilige omstandigheden (wind 10 km/uur) met name in het starten voldoende ervaring hebbend, dient te worden aangemerkt, zeker nu [gedaagde 2] als instructeur daarbij aanwezig was.
Evenzo is de rechtbank van oordeel, dat ten tijde van die start de omstandigheden voldoende veilig waren.
De rechtbank baseert op de aangehaalde stukken uit het deskundigenbericht en op het feit dat alstoen al meerdere vliegers voor [eiser] waren gestart en [eiser] zelf een eerdere start om andere reden dan een ongunstige weersomstandigheid had afgebroken en op geen enkele wijze is gebleken of in voldoende mate is gesteld, dat bij de tweede start van [eiser] die weersomstandigheden ineens anders en ongunstig(er) waren.
Ook de Franse justitie, die naar aanleiding van het ongeval onderzoek heeft verricht, heeft geen aanleiding gezien om tot strafrechtelijke vervolging van Inferno en/of [gedaagde 2] over te gaan, terwijl het de rechtbank ambtshalve bekend is dat in het Franse (strafrecht)systeem bepaald sneller dan hier te lande tot zo’n vervolging wordt besloten, indien de omstandigheden bij de start voor [eiser] als gevaarlijk dienden te worden gekwalificeerd.

Het ongeval
14. Bij de beoordeling van de noodlottige gang van zaken stelt de rechtbank voorop dat [eiser] als voldoende ervaren piloot zelf als eerste verantwoordelijk is voor de gang van zaken tijdens die start, zij het dat hij dient te luisteren en reageren op aan hem door de instructeur [gedaagde 2] gegeven instructies.
Zulks betekent dat [eiser] ingeval hij tijdens de start van mening was dat hij het scherm niet adequaat had opgezet of de besturing niet voldoende kon beheersen dan wel onvoldoende aanloopsnelheid/tegenwind had en daarmede onvoldoende draagvermogen van het scherm had om hem te dragen, [eiser] die start had moeten afbreken, zoals hij dat ook bij de eerste (poging tot) start had gedaan en welke techniek hij kennelijk meester was.
Gaat er -zoals in het onderhavige geval- toch iets fout door bijvoorbeeld te gering draagvermogen van het scherm, door te weinig aanloopsnelheid en/of een besturingsfout van de piloot ([eiser]), dan is dat niet alleen de primaire verantwoordelijkheid van [eiser], maar ook zijn risico genomen door het gaan schermvliegen zijnde een naar aard gevaarlijke sport.

15. Op dit voorgaande punt verschillen [eiser] en Inferno c.q. [gedaagde 2] eigenlijk niet zozeer van mening. [eiser] stelt echter dat hij tijdens de tweede start aarzelde en -naar de rechtbank begrijpt- eigenlijk die start ook wilde afbreken, maar instructeur [gedaagde 2] dat door fysiek ingrijpen heeft verhinderd en hem -letterlijk dan wel figuurlijk- “over de rand heeft geduwd”.

16. Deze gang van zaken wordt door Inferno en [gedaagde 2] ten stelligste ontkend.
De diverse verklaringen van getuigen zijn niet eenduidig en bovendien ondershands afgelegd.
Omdat eveneens vaststaat dat [eiser] direct na de start op de lager gelegen asfaltweg is neergestort en diens scherm hem niet kon dragen althans niet droeg, acht de rechtbank een dergelijke “verplichte doorstart” van belang bij de beoordeling van de vorderingen van [eiser] op Inferno en/of [gedaagde 2].

17. Dienvolgens zal de rechtbank [eiser] belasten met het bewijs van de gang van zaken tijdens het ongeval op 5 augustus 2003 als hiervoor onder (15.) overwogen.

De beslissing

De rechtbank:

I. Draagt [eiser] op te bewijzen hetgeen hiervoor onder (15.) is overwogen.

II. Bepaalt dat indien [eiser] bewijs wenst te leveren door getuigen, deze zullen worden gehoord in het gerechtsgebouw te Almelo door mr. Van der Veer.

III. Verwijst de zaak naar de civiele rol van deze rechtbank van woensdag
26 november 2014 voor dagbepaling enquête en draagt [eiser] op om ervoor zorg te dragen dat uiterlijk de vrijdag voordien schriftelijk bericht ter griffie is ontvangen betreffende de verhinderdata van beide partijen en het aantal te horen getuigen.

IV. Houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. van der Veer en op woensdag 12 november 2014 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey