Jaarverslag 2012 Stichting PIV: Dynamiek met recht en rede

Jaarverslag PIV 2012

Persbericht PIV d.d. 2 mei 2013:

Jaarverslag 2012 Stichting PIV: Dynamiek met recht en rede

Het speelveld van de afwikkeling van letselschade is nog altijd flink in beweging.
Niet alleen door een grote aandacht voor kwaliteit, keurmerken en gedragscodes, maar ook op het gebied van een goede en tijdige geschiloplossing.
Ook ten aanzien van een aantal materiële schadeposten mogen hiertoe zowel vanuit de wetgever als vanuit de branche in 2013 nadere initiatieven verwacht worden. Daarbij is het volgens de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) van belang dat er een goede balans gevonden wordt tussen de driehoek ‘slachtoffertevredenheid, een efficiënt systeem en een betaalbare schadelast’.
PIV-directeur Theo Kremer: “De titel ‘Dynamiek met recht en rede’ geeft helder weer hoe wij 2012 hebben ervaren en hoe wij 2013 willen benaderen”.

Geschiloplossing
In het jaarverslag 2012 wordt de nadruk gelegd op een goede en tijdige oplossing van geschillen die kunnen ontstaan tijdens de afwikkeling van een letselschade.
Theo Kremer: “Er moeten wel heel speciale redenen zijn wil het terecht en onvermijdbaar zijn dat een regeling van een verkeersletselschade veel langer dan drie jaar duurt”.
Van belang is dat geschilpunten tijdig worden herkend en geanalyseerd en dat partijen vervolgens samen in overleg treden om tot een oplossing te komen. De praktijk bewijst dat mediation hier een kansrijke mogelijkheid kan zijn.
Daarom is het PIV ingenomen met de aanbevelingen die medio 2012 vanuit het Verbond van Verzekeraars zijn gedaan. Uitgangspunt hierbij is een slachtoffer, dat drie jaar na het ongeval van mening is dat zijn zaak door de verzekeraar niet goed wordt behandeld, een externe geschiloplossing aan te bieden. Primair wordt hierbij gedacht aan mediation.

Diepteanalyse GBL
Het PIV is ook verheugd met een opvallend resultaat uit de Diepteanalyse naar toepassing Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). Het aantal zaken dat na twee jaar nog niet met het slachtoffer is afgewikkeld in 2012 is ten opzichte van 2010 verder gedaald. Dit cijfer kan echter nog verder naar beneden als zowel verzekeraars als belangenbehartigers voorkomen dat er (te lange) periodes zijn waarbij in een dossier niets gebeurt.
Aan de andere kant moet deze daling ook wat gerelativeerd worden.
Kremer: “Het PIV is van mening dat het in 2012 vastgestelde percentage van 8,4 voor letselzaken die na twee jaar nog niet zijn afgewikkeld, lager kan. Tegelijkertijd moeten we ons ook niet blind staren op het succes dat de meeste zaken wel binnen twee jaar zijn geregeld. Die twee jaar mag geen doel op zich zijn. Elke zaak moet zo efficiënt mogelijk worden behandeld. Als een dossier binnen twee jaar is afgewikkeld, maar dit bij nadere analyse ook binnen zes maanden had gekund, vraagt dat wel degelijk aandacht”.

Schadeposten en medische fouten
In 2013 zal er aandacht zijn voor verschillende materiële schadeposten, zoals smartengeld en overlijdensschade, maar ook voor de afwikkeling van letselschaden door medische fouten.
Kremer: “Het PIV speelt bij al die zaken en initiatieven (uiteraard) een actieve rol. Met een open oog en mind voor aanpassingen van huidige systematieken, maar wel gelet op de mogelijkheden voor verzekeraars en de behoeften van het slachtoffer. Met oog voor recht en rede dus!”